Hoewel ZeekRewards niet direct gebruik maakte van HYIP, bank debentures en MTN's, is het voor velen weer een aardige discussie die oplaait.
Verschillende artikelen zijn geschreven over het ontstaan en doel van HYIP investeringsprogramma’s. Opvallend is dat de meeste tussenpersonen in deze markt suggereren dat high yield handel een manier is voor de Amerikaanse Federal Reserve om de geldhoeveelheid te controleren. Met name wordt dan gesuggereerd dat de Federal
Reserve (de Fed), high yield handel gebruikt om de hoeveelheid Eurodollars te controleren (Eurodollars zijn dollars buiten de Verenigde Staten).
Dit oude sprookje gaat al jaren de wereld rond en er zijn vele redenen waarom dit beslist niet waar kan zijn – economisch, juridisch en politiek. Economisch, zou dit proces de hoeveelheid Eurodollars alleen maar vergroten.
Een juridisch tegenargument is dat de meeste programmapromotors vergeten dat de Federal Reserve geen enkele bevoegdheid heeft banken buiten de Verenigde Staten opdrachten te geven om waardepapieren te vervaardigen. De Fed kan natuurlijk nooit Credit Suisse of ABN AMRO waarde papieren laten aanmaken. Denk alleen al aan de politieke complicaties van zoiets. De meeste bovengenoemde gelovers in sprookjes denken dat Europese landen jarenlang de US Federal Reserve de Europese banken hebben laten gebruiken om de Amerikaanse economische belangen te dienen. Europa is geen monolitisch geheel, hoewel sommige landen vriendelijk staan tegenover het Amerikaanse beleid, zijn anderen dat zeker niet. Sommige landen binnen uropa hebben constant de Amerikaanse buitenlandse en economische policy bestreden – staal, import, Engelstalige televisie en een hele reeks WTO handelsverdragen. Het is beslist niet aannemelijk dat al deze landen jarenlang goedwillend zouden hebben meegewerkt.
Interessant is dat de Fed de afgelopen 20 jaar in eerste instantie onder leiding van Greenspan de economische groei tracht te beïnvloeden door de rentetarieven te verhogen, of de economie te stimuleren door de tarieven te verlagen en
nieuwe dollars in het systeem te pompen. In beide perioden, claimen high yield promotors dat HYIP een manier is voor de Fed om de geldhoeveelheid in Europa te controleren.
Vaak wordt er gesproken over een geheim netwerk van commitment holders en sub-commitment holders die deze Fed gedragslijn uitvoeren. Het is moeilijk te begrijpen dat veel van de programmapromotors hun eigen aanbiedingen geloven. Dat een vermeende operatie als deze grootscheepse handel in miljarden dollars aan waardepapieren jarenlang absoluut geheim gehouden kan worden is zo onwaarschijnlijk dat het de goedgelovigheid van de promotors duidelijk laat zien.
Om te beginnen, staan de waardepapieren niet op de balans van de uitgevende bank. De verontschuldiging van "off balance sheet" word meestal aangevoerd als antwoord hierop, maar zal zeker ook bij de promotor de nodige vraagtekens oproepen omdat de items in de boeken van het bedrijf moeten staan, voor reglementaire en publieke accountants doeleinden.
Daarnaast zijn de papieren ook niet zichtbaar in de boeken van de zogenoemde eindkopers – de pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen. Pensioenfondsen moeten hun boeken publiek toegankelijk maken. Als je in de boeken van een pensioenfonds kijkt zie je medium term notes staan maar dit zijn andere papieren dan die waar menig program promotor mee adverteert. Ook banken moeten hun effectenbezit bekend maken, maar ook hier zijn deze waardepapieren nergens te vinden. Waar zijn dan toch al die miljarden aan papier?
Ten derde is het natuurlijk erg vreemd, en natuurlijk onmogelijk, dat na zo veel jaren het netwerk van geheime commitment holders, sub-commitment holders, traders, bankiers en investeerders nog nooit is blootgelegd. Zou er in deze tientallen jaren echt geen klokkenluider zijn geweest die de waarheid naar buiten zou hebben gebracht? We leven in een tijd waar maar zeer weinig geheimen ook echt geheim blijven. We weten inmiddels alles van bv. Enron, Ahold in Zuid- Amerika, maar ook meer recent Assange en zijn Wikileaks. Maar natuurlijk nog veel meer dingen die we beter niet zouden kunnen weten. Een geheim netwerk van bovenvermelde grootte en belangrijkheid kan gewoonweg niet zo lang geheim blijven. Bedenk alleen al dat niet iedereen rijk wordt in deze business en dat gefrustreerde lieden nogal eens hun hart willen luchten.
De geschiedenis van de prime bank instrument fraude is inmiddels bekend over de hele wereld. PBI fraude ontstond in de jaren ‘80 als een combinatie van voorschot- en handelsfraude. In het begin verkochten de oplichters het idee van de prime bank instruments, later kwam het sprookje van de programma’s. Variaties van verouderde obligaties, Wells Fargo boxes en obligaties uit 1934 ontwikkelden zich. Programma’s voor de kleine belegger (zoals Big lotto en Helping Hands) en internetaanbiedingen (Tri West) werden populair. Deze voorbeelden geven de werkelijke ontwikkelingen weer en niet al die misleidende informatie over Bretton Woods, program managers, en abnormale rendementen zonder risico die de meeste promotors je willen laten geloven.
Helaas zijn er geen programma’s en er is ook geen geheime markt voor het verhandelen van de bijbehorende waardepapieren. Het bestaat gewoon niet. Geen van de aanbieders heeft ooit een duidelijke feitelijke of zelfs hypothetische beschrijving kunnen geven waarom deze programma’s goed zouden kunnen werken. Ze verstrekken dus onjuiste en misleidende informatie.
Prime bank fraude kan van verschillen kanten komen. Al jaren is de voorschotfraude bekend door middel van
West-Afrikaanse bedelbrieven en komt ook veel voor in het uitleen- en kredietwezen. Tegen verschillende achtergronden kom je verschillende oplichtingszaken tegen. Zoals leningen voor mensen met slechte of geen kredietwaardigheid, lage renteleningen of zelfs leningen waar je maar een gedeelte of helemaal niets van terug hoeft te betalen worden aangeboden na het betalen van een vooraf te betalen premie. De leningen worden nooit toegewezen. Sla op een willekeurige dag de Telegraaf maar eens open, het staat er vol mee. Er zijn zichzelf terugbetalende leningsmogelijkheden en aanbiedingen bekend vanaf 1959.
Een andere vorm kwam uit de reguliere handel. Halverwege de jaren 80 werd door het World Trade Center in New York een van de eerste populaire forums voor zakentransacties gelanceerd. Het was een forum via een inbelverbinding waarop inkoop- en verkoopaanbiedingen stonden. De meeste aangeboden zaken waren gewone handelsartikelen, zoals benzine, kerosine, Levi’s spijkerbroeken, Marlboro sigaretten, suiker, olie en ga zo maar door. Bijna alle aanbiedingen waren “grijze” aanbiedingen die buiten de normale distributiekanalen werden verhandeld. Een groot aantal van deze transacties was gewoon onzinnig en duidelijk frauduleus.
Sommige dromers en goudzoekers zagen in dit transactieforum hun directe bron van inkomsten doorsimpelweg de kopers en verkopers met elkaar in contact te brengen. In de praktijk werkte het helaas niet altijd zo gemakkelijk, de verkopers konden zelden hun aanbieding waarmaken en de kopers waren helaas niet veel beter. De handel was wel heel interessant omdat de hoeveelheid artikelen die werd aangeboden zo gigantisch groot was dat je een zaak rond moest maken om voor de rest van je leven financieel veilig te zijn.
In dit wereldje groeide ook het aanbod van in- en verkoop van vreemde valuta en een item genaamd "prime
bank notes" (waardepapieren) of "collaterals" (onderpand) enorm.
De aanbiedingen voor de handel in onderpand werden op dat moment onderscheiden in een aantal categorieën: de Prime Bank Notes (PBN’s) waren de meest belangrijke en veel voorkomende. Deze PBN’s kwamen in vier smaken. Zo had je 7,5% x 10 jaar notes, 7,5% x 20 jaar notes, 14% x 10 jaar notes en 14% x 20 jaar notes. De 14% notes werden vaak Japanse notes genoemd omdat ze gedrukt werden door de grote Japanse banken om derde wereld ontwikkelingshulp te financieren. In de jaren 80 waren Japanse banken de grootste en machtigste banken ter wereld, groter dan West Europese of Amerikaanse. Naast de PBNs werden er ook Standby Letters of Credit ("SLCs") aangeboden.
De prijzen voor de waardepapieren waren meestal tussen de 80 en 85% voor SLCs en ergens in de 70% voorde 7,5% x 10 jaar PBNs. Vandaag de dag, maar toen ook, is en was dit wel heel erg goedkoop. Te goedkoop zelfs. Ook in die periode was er al een verschil tussen aanbiedingen waarbij betaald kon worden na levering (collateral first), (CF), tegenover transacties waar eerst betaald moest worden voordat de koper het waardepapier geleverd kreeg (funds first). De prijs van CF was altijd hoger.
Betrouwbare informatie over de markt in waardepapieren was in die tijd lastig te vinden. Er bestond nog geen internet en de communicatie ging over het algemeen per fax. De huisfax met rollen thermisch papier werd populair en mogelijk voor iedereen. Heel weinig mensen wisten heel veel, en ze veronderstelden dat wat ze wisten ook nog veelal geheime handelsinformatie betrof. Bij de vele ervaringen met tussenpersonen die getracht hebben geld te verdienen in deze handel, bleken de meeste hele vriendelijke, betrouwbare en welgemanierde mensen te zijn. Jaren later kwam je er pas achter dat deze lieden eigenlijk allemaal wel eens eerder in aanraking met justitie waren gekomen. Velen zijn later opgepakt voor hun specifieke activiteiten in deze business.
In de jaren ‘80 en ‘90 was het niet ongebruikelijk dat iemand in de bank aanwezig was als een transactie kapot ging en dan urenlang werd ondervraagd door de Zwitserse politie.
In 1990 tijdens Desert Shield/Storm waren er minder aanbiedingen voor PBNs maar hier hadden onze vrienden iets anders op gevonden. Wereldwijd vlogen aanbiedingen van Kuwaiti Dinars door de fax machines. Net als bij de grijze markt goederen was de grootte van de aanbieding hier ook verbluffend: in de biljoenen/triljoenen dollars. Duizenden aanbiedingen van dit soort transacties werden rondgestuurd en zo nu en dan komen we ze nog steeds tegen. Het is onduidelijk of er ooit zo’n transactie is volbracht. Telefonie was in die tijd veel duurder dan nu en de tussenpersonen in deze markt spendeerde meer geld aan telefonie dan aan de andere vaste lasten bij elkaar. Russische Roebels werden in deze periode zeer interessant, net als gewaarmerkt goud tegen abnormale korting.
Er kwam een nieuw waardepapier op de markt: de Prime Bank Guarantee ("PBG"). De PBG was vergelijkbaar met de PBN qua looptijd en rentepercentage, maar was meestal een procent punt duurder. Als PBN’s voor 73% van de werkelijke waarde werden aangeboden, dan werden PBGs voor 74% aangeboden. De verklaring hiervoor was dat er verschil in prioriteit was tussen crediteuren in geval van eventuele faillissementen. Al heel snel werden PBGs de te verhandelen papieren.
Veel tussenpersonen maakte het niet uit waar de waardepapieren vandaan kwamen. Of waar ze gemaakt werden. Als je dan toch verder vroeg waar de papieren gemaakt werden, kreeg je vaak het antwoord dat het allemaal gemaakt werd in een cutting house (losstaand van de bank) in opdracht en ten gunste van de master collateral commitment. Zou je in de Gouden Gids gewoon kunnen kijken bij de C van Cutting house? Niet dus.. Waar zijn die cutting houses dan wel gevestigd? Onduidelijke verklaringen werden er wel gegeven, maar de meeste kozen voor de gemakkelijkste weg: het is inside information en de vraagsteller moest zich houden aan een geheimhoudingsverklaring.
In die tijd reisde ik regelmatig door heel Europa en herinner me een bankier bij een Private Bank in Geneve die me vroeg waarom een grote bank met goede naam en faam waardepapieren zo goedkoop zou verkopen. Hij legde me uit dat hij verschillende van dit soort aanbiedingen had gezien maar nog nooit van een succesvolle transactie had gehoord. Ik had hier geen antwoord op. We gingen de volgende dag naar Zurich om het papier op te halen dat we de vorige dag hadden geconformeerd. Op het moment dat we aankwamen was het papier vreemd genoeg verdwenen.
Zurich bestond op dat moment bijna alleen maar uit mensen op zoek naar goedkoop papier of toegang hiertoe. De hotels zaten vol met dit soort goudzoekers. Halverwege de jaren ‘90 bleek er weer iets nieuws te zijn. Dit werd het roll programma genoemd. In dit scenario hoefde je in plaats van zelf het kopen en verkopen van het papier te regelen bijna niets te doen. Een program manager deed alles voor je en jij hoefde alleen met het geld over de brug te komen. Dat was makkelijk, niks geen expertise van bankieren, verzekeren en effecten was meer nodig. Het nieuws ging als een lopend vuurtje rond en ineens kwamen er uit alle hoeken en gaten aanbiedingen voor dit soort programma’s.
Het ene programma was nog fantastischer dan het andere. Er werd zelfs een ”één dags” programma verzonnen. In dit scenario liep de investeerder ‘s ochtends met een cheque van een paar miljoen dollar de bank in Zurich in om er ‘s middags weer uit te wandelen met dezelfde niet-geïnde cheque en een andere cheque die vele malen hoger was dan de originele. Er was geen investering, alleen maar winst. Er waren verschillende variaties op dit verhaal zoals de "top table closings". Duizenden mensen vlogen naar Zwitserland om deze droom na te streven.
Hoewel de verhalen fantastisch waren verloren vele investeerders hun geld of een gedeelte daarvan. Arrestaties waren aan de orde van de dag en zelfs banken werden meegezogen in deze rotzooi. Een bank in Oost Europa bijvoorbeeld, Banka Bohemia,honderden miljoenen aan frauduleuze waardepapieren in opdracht van foute bank managers. Het Rode Kruis in Londen verloor miljoenen in een groot schandaal. Veel tussenpersonen werden moedeloos van het zoeken naar investeerders die eigenlijk net niet gemotiveerd genoeg waren en gingen hun aandacht richten op te goedkope waardepapieren van Russische, Indonesische en Braziliaanse banken en natuurlijk de frauduleuze Italiaanse stortingsbewijzen. Letters of Credit en stortingsbewijzen van Mexicaanse krediet kantoortjes en Caribische bankjes gingen in het rond. Op deze ontwikkeling volgde weer een groot aantal arrestaties.
Amerikaanse veiligheidsdiensten probeerden de aanbiedingen in diskrediet te brengen door te vertellen dat een "prime bank" niet bestaat en dat er dus ook geen "prime bank notes" zijn. Hoewel dit eigenlijk niet zo veel indruk maakte is het waar dat vele HYIP promotors niet eens weten wat er vermoedelijk verhandeld werd (en wordt). In 1994 leidde de Securities & exchange commission een formeel onderzoek in naar fraude in de aanbiedingen en de verkoop van prime bank notes. De oplichters reageerden hierop door simpelweg de aan te bieden waardepapieren een andere naam te geven, het werden promissory bank notes. Dezelfde mensen als die een paar weken eerder nog de prime bank notes aanboden lieten doodleuk weten dat die naam eigenlijk niet correct was geweest en dat de technische term eigenlijk promissory bank note was. Aanbiedingen werden dus niet langer meer gemaakt voor de verkoop van prime bank notes maar het werden nu aanbiedingen van "top 25 western european banks (with normal exclusions)". Weg probleem. Dit was een logisch gevolg op een initiatief van een officieel controle-orgaan. Er kwamen nog veel meer van dit soort regels en veranderingen.
Rond 1995 viel steeds vaker te beluisteren dat de International Chamber of Commerce (ICC) in een nieuw document – met de naam ICC500 - een aantal regels ging bijstellen voor de collateral business. Wat zou er in die regels staan? Om te beginnen, torenhoge commissies aan tussenpersonen werden niet langer getolereerd. En ook, transacties onder de USD 50 miljoen werden niet meer toegelaten. Tevens was het afgelopen met het collateral first verhaal, er moest dus eerst betaald worden voordat je het instrument in handen kreeg. Aldus de geruchten. Ik wist dat de ICC in Parijs gevestigd was en dat het een serieuze organisatie was. Ik nam de proef op de som en belde uit nieuwsgierigheid naar de ICC en bestelde een kopie van de tekst met nieuwe regels. Nergens leken de regels op de aankondigingen die ik gezien had aan de onderkant van de faxen die rond zwierven in de wereld van de tussenpersonen. De echte regels hadden betrekking op documentary credits, niet op roll programma’s. Na het lezen werd ik enthousiast en bestelde een groot aantal andere documenten bij de ICC. Ik bestudeerde ze allemaal en ook hier was het weer hetzelfde liedje, duidelijke regels maar niets wat te maken had met de verhalen uit het broker circuit.
Voor het serieuze zaken doen is er een grote hoeveelheid informatie beschikbaar over letters of credit en bank garanties. Er zijn verschillende rechtszaken die laten zien wat wel en wat niet kan. Er zijn bekende teksten geschreven door John Dolan en Diane Wunicke, en een schitterend boek van de New Yorkse advocaat Henry Harfield. Er zijn maandelijkse nieuwsbrieven over veranderingen in letter of credit recht geschreven door guru Professor James Byrne. (James Byrne is regelmatig kroongetuige in processen tegen aanbieders van frauduleuze waardepapieren). Wat er uit bovenstaande bronnen valt te lezen komt voor geen meter overeen met de verhalen die ik eerder hoorde in de hotellobby’s in Zurich en Geneve, die uit de fax machine rolden en
die gefluisterd werden onder het genot van een drankje in London en Lugano.
Het verkooppraatje dat een SLC of bankgarantie gemakkelijk verhandeld kan worden blijkt na bestudering van de regels grotendeels onbruikbaar. Eigendomsrecht van een SLC overdragen is een lastige zaak, veel lastiger dan het overdragen en verhandelen van effecten. Er zijn wel mogelijkheden maar geen enkele is zo gemakkelijk als effecten handel. In die tijd accepteerde Euroclear en Cedel de SLCs nog niet op hun systemen.
Het was natuurlijk geen verrassing dat de te verhandelen instrumenten wederom gingen veranderen. De nieuwe naam werd Medium Term Note. Handel werd niet meer gedaan in SLCs of PBGs maar alleen nog maar in MTNs. Natuurlijk is MTN een verzamelnaam voor verschillende waardepapieren met een looptijd van 1 tot 10 jaar, dus hier vallen de PBGs en SLCs ook weer onder, zelden werd hier een opmerking over gemaakt. Op het zelfde moment lieten de program promotors weten dat de naam roll programma vervangen werd door High Yield Investment Program (HYIP). De term roll programma was te veel in het diskrediet gebracht. De term HYIP kreeg later concurrentie van de Private Placement Opportunity. Altijd de wet een stapje voor. Het
was een logisch gevolg.
Op dit moment was de term PBNs/roll programma/HYIP/PPO met een inleg van minimaal 10 miljoen USD zo normaal geworden dat het publiek niet eens meer een verklaring nodig had. Op elk stukje van de wereld waren zakenmensen bezig dat ene werkende programma te vinden. Er werd immers driftig rondverteld dat 99% van alle HYIP aanbiedingen frauduleus was. Toch bleven duizenden zoeken naar die 1% die over bleef.
Veel tussenpersonen werden gek van het rennen achter potentiële klanten met minimaal 10 miljoen dollar op hun rekening. De potentiële klanten waren vaak erg moeilijk om mee te werken - wat wil je als ze 10 miljoen beschikbaar moesten stellen. Natuurlijk verliep geen enkele deal succesvol. Dit had ook weer zijn weerklank bij nieuwe investeerders. Zoals ook eerder gingen steeds meer tussenpersonen werken met vage effecten en waardepapieren van Russische banken of derde wereld landen. Anderen probeerden geld te lenen of te leasen.
Als je geen geschikte investeerder kunt vinden, dan maar geld lenen of leasen voor een korte periode, bijvoorbeeld een maand, om het programma uit te proberen. Een soortgelijk idee ontstond voor het leasen van staatsobligaties. Grote financiële instellingen doen repo’s en securities lending voor hun grote zakelijke klanten, waarom zou je het niet kunnen gebruiken voor een HYIP? Dit moest wel fout gaan. Ten eerste waren de obligaties natuurlijk niet beschikbaar voor de partijen die ze wilde leasen en ten tweede kwamen de papieren die de brokers als voorbeeld toonden niet overeen met de tekst van de werkelijke obligaties. De hele
affaire werd een ramp en vele betrokkenen werden aangeklaagd en veroordeeld.
Een erg creatieve manier om geld bij elkaar te halen was de fraude in historische waardepapieren. In de jaren ‘90 werden de "historical bonds" zeer serieus genomen door een groot aantal mensen. Er waren verschillende vormen. Als een van de eersten kwamen de “Tweede Wereldoorlog goudobligaties” van vlak voor de oorlog. Een van deze, de Dawes & Younge obligaties werden door velen ijverig bestudeerd. Het probleem was dat deze obligaties echt bestonden in de Weimar Republiek, maar de kopieën die in het broker circuit rondzwierven waren niet gedekt door de Duitse overheid. Een nog veel grotere fraude die nu nog steeds
doorloopt is die van de failliete Amerikaanse spoorwegen van de 19e eeuw. Toen eind jaren ‘90 een van de grootste promotors van deze obligaties, James Rice (alias Sloan Dupont) gearresteerd werd voor frauduleuze activiteiten en zijn verhaal op de voorpagina van de Wall Street Journal terecht kwam, werd het begrijpelijk ineens een stuk minder populair. Zo’n zelfde soort verhaal waren de Japanse Series 57 balans aflossingscertificaten. Dit waren gewoon frauduleuze papieren met een onlogisch hoge waarde die in dezelfde tijd rondzwierven. Het verzonnen verhaal hierachter was dat de Japanse overheid en banken niet durfden uit
te komen voor de schulden die ze gemaakt hadden met dit schatkistpapier en dus alles maar zouden ontkennen. Helaas voor de oplichters trapte bijna iedereen hierin behalve de Japanners zelf. Verschillende arrestaties en veroordelingen wereldwijd later bleek dit toch ook niet de manier om snel goed geld te verdienen. Als laatste waren er nog de oude Argentijnse Pesos die niet langer gedekt werden. Miljoenen van dit soort waardeloze valuta circuleren nog steeds samen met fabelachtige verhaaltjes waarom ze nog steeds gebruikt worden.
Na jaren achter grote investeerders aan gerend te hebben kwam er eindelijk eens een goede ontwikkeling: de programma’s voor kleine investeerders. Nou ja klein, minder dan $ 10 miljoen. Door een groot aantal kleine investeerders samen te laten investeren lieten de program managers weten dat er toch voldoende bij elkaar gehaald kon worden om een programma te doen wat tot voor kort alleen voor de echt rijken beschikbaar was. Eind jaren negentig kon je elke willekeurige krant opendoen en je kwam de aanbiedingen tegen van absurde rendementen tegen lage instapbedragen. Ik herinner me een advertentie van BigLotto in de Telegraaf waar 300% rendement op jaarbasis werd geboden. De namen van de anderen zijn maar al te bekend geworden – Omega, Tri-West, TAC, IFR, Le Club Prive, Elfindepan. Helaas verloren hele families hun spaargeld, vrienden en kennissen aan dit soort oplichtingspraktijken. Bij alle voorbeelden bestonden er geen programma’s maar gingen de bedenkers er gewoon met de buit vandoor of verloren het aan andere promotors.
Helaas is dit het enige echte verhaal in de geschiedenis van bank debenture trading, prime bank instruments, HYIP en de collateral business. Het heeft helemaal niets te maken met Bretton Woods, de Federal Reserve of geheime markten waar slechts een paar gelukkigen mogen handelen. Het heeft alles te maken met hebzucht en oneerlijkheid. Het begon als oplichting, ontwikkelde zich als oplichting en zal blijven doorgaan als oplichting. Het verhaal veranderde, de achterliggende gedachte werd bijgesteld, maar het eindresultaat bleef altijd dat investeerders geld verloren en dat handel een fictie was.